Ik val met mijn neus in de boter als ik aankom in mijn hostel in Huacachina. Iedereen is net terug van de buggytour en hebben Pisco Sour toe gekregen.

“Wil je ook een Pisco?’, zegt Carlos. Carlos begeleidt de buggytours en is de eigenaar van het hostel. Met zijn lange slanke gestel en dreads zou het zo de reïncarnatie van Bob Marley kunnen zijn.
‘Ja lekker!’, zei ik. Ik ga natuurlijk geen gratis drank afwijzen.
‘We eten hier vanavond allemaal samen. Voor 15 soles wordt er voor je gekookt en krijg je meer Pisco Sour. Eet je mee?’ Ook hier kan ik geen nee tegen zeggen. 

De groep was van plan die avond uit te gaan. Het was per slot van rekening zaterdagavond, DE avond om te stappen in Huacachina.
‘Ik neem jullie wel mee voor een goed avondje uit!’, zegt Carlos.
Al bij het eten wordt er volop gedronken. Als skere backpackers drinken we zo veel pisco sour als we kunnen. 

Al snel blijkt dat mijn salsalesjes op de blauwe maandag in Nederland zijn vruchten heeft afgeworpen. Met de nodige alcohol achter mijn kiezen hoef ik zelfs niet meer de maat te tellen…’

‘Laten we een fles rum halen om in te drinken!’, stellen mijn roomies Lukas en Matis voor. De avond vordert, waar het aan menig drankspelletje niet aan ontbreekt. Wanneer er een aantal al bijna willen afhaken omdat de alcohol ze te veel naar het hoofd is gestegen stelt Carlos voor aanstalten te maken.
‘Yes! We gaan naar Huacafuckingchina!’ roept Carlos enthousiast. ‘Maken jullie je klaar om te gaan?’
Huacafuckingchina? De naam belooft dat het een fantastische avond gaat worden.

Chillen aan de oase bij Huacachina
Chillen aan de oase bij Huacachina

Wanneer het stroeve gepopel zonder moeite te doen enigszins ijdel te zijn zich eindelijk heeft vermand, kruipen we op onze slippers en ons kloffie naar de club. Ook hier blijft het alcohol rijkelijk vloeien, waarbij de ene na de andere rum cola achterover word getikt. Al snel blijkt dat mijn salsalesjes op de blauwe maandag in Nederland zijn vruchten heeft afgeworpen. Met de nodige alcohol achter mijn kiezen hoef ik zelfs niet meer de maat te tellen en zelfs een draai gaat me soepeltjes af. Carlos is onder de indruk. Terwijl de mannelijke gringo’s steevast ieder meisje die hen ten dans vragen wijgeren en op gepaste afstand toekijken in de hoop nog wat op te kunnen steken.

Al gauw haken er een aantal van de groep af. Maar ik, Lukas en Matis hebben ons door Carlos laten overhalen naar een andere club te gaan.
‘Ze draaien daar veel betere muziek! Het is een club waar vooral de locals komen’, zegt Carlos.
Na zo’n 5 a 10 minuten lopen komen we aan bij wat me het meest doet denken aan een mansion van een of andere celebrity uit Los Angeles. Een entree met lange trap omhoog, met aan weerszijden paars verlichte palmbomen. Iedereen ziet er piekfijn uit, waarbij de mooiste pakjes uit de kast tevoorschijn zijn getoverd en kosten nog moeite zijn bespaard. Kom ik aanzetten met mijn slippers en chillbroek. 

Het is een drukte van jewelste, maar op een of andere manier lopen we iedereen voorbij en worden we als koningen onthaald. Onze jasjes worden aangenomen alsof het mantels zijn van precair Egyptisch satijn en de host leidt ons naar binnen.
De zaal staat vol met mensen waarbij de groei is gestagneerd tot een hoogte van 1.50m. Ricky Martin wordt afgewisseld door Martin Garrix in net zulk vloeiende overgang als gelijkend de muziek in zijn genre. Maar bij elk nummer weet een ieder de vierkwartsmaat moeiteloos te herkennen om al salsa dansend de zaal door te gaan. Rondom staan barmannen in door blacklight verlichte witte overhemden en zwarte vlinderdasjes verscholen achter een met neon verlichte balustrade te jongleren met cocktailshakers.

Met de buggy de woestijn in van Huacachina
Met de buggy de woestijn in van Huacachina

Lukas, Matis en ik onze aanwezigheid blijven ook hier onopgemerkt en al gauw staat menigeen om ons heen. Nieuwsgierig waar we vandaan komen en wat we hier doen, al verhoud de conversatie zich door de harde muziek en taalbarrière meer in lichaamstaal. De biertjes die we in ons handen krijgen gedrukt van Carlos moeten daarom snel achterover worden geslagen om beide handen vrij te maken voor een dansje.

Eindelijk hebben Lukas en Matis genoeg moed verzameld zich de dansvloer op te wagen en vragen wat dames hun hand, alhoewel duidelijk dat de dames de broek aan hebben bij de dans.
Terwijl ik werkte aan mijn squads omdat ik probeer niet te veel boven iedereen uit te komen en het mogelijk moet maken überhaupt een draai te kunnen maken, wordt er meer en meer aan me getrokken om de kans te grijpen te kunnen dansen met mij als lange, blanke westerse godin van 1.80m. Er ontstaat een heuse competitie wie mij het beste kan leiden en al gauw staat aan ieder ledemaat een klein Peruaantje te trekken.
‘My turn, my turn!’
Plots voel ik een hand op mijn schouder die ik duidelijk van de rest kan onderscheiden in zijn blijk van bescherming en onterving.
‘Kom’, zegt Carlos, mijn reïncarnatie van Bob Marley en reddende engel. ‘Het is tijd om te gaan. Ik breng je naar huis’.

 

Dit verhaal heeft nog een staartje! Nieuwsgierig? Lees hier deel 2.

 

Laat een bericht achter