Anne en ik komen terug van een paardrijtocht in de bergen van San Agustin en brengen samen met onze gids Carlos de paarden terug naar stal. Naast de stallen staan hokken met hanen. Elke haan elk in een afzonderlijk hok zodat ze elkaar niet kunnen zien.
‘Vanavond is er een traditioneel hanengevecht in het dorp’, zegt Carlos. ‘Willen jullie komen kijken?’
Hij pakt wat maïs, gooit er wat water bij en geeft het aan de hanen.
‘Deze twee gaan vanavond mee’, zegt ie. Hij wijst naar twee hanen die geen enkel idee hebben wat hun de avond te wachten staat.
‘Deze is een sterke’, zegt hij. En hij wijst naar de achterpoten.
Anne en ik kijken elkaar twijfelachtig aan en overleggen of we dit wel moeten doen.
‘Het is echt iets traditioneels van Colombia’, zegt Carlos. ‘Unieke ervaring!’.
Terwijl in Cartagena en Bogotá de protesten tegen stierengevechten gaande zijn, zijn Anne en ik het erover eens dat dit toch wel iets is wat bij de cultuur hoort. Of we het nou goed keuren of niet.
We eten samen een pizza met Carlos en gaan rond een uurtje of acht met de taxi richting het dorp.
De hanen zitten in een speciale tas, wat me nog het meest doet denken aan een fietstas, met drie aparte vakken die kunnen worden afgesloten dmv een rits.
Wanneer we aankomen bij de loods in het dorp waar de gevechten plaats zullen vinden, is het al een drukte van jewelste. Achterin staat het jonge gepeupel met hun brommers. Links staan de mannen met hun hanen te wachten op hun beurt voor het gevecht. En rechts bij de bar staan de vrouwen met de kinderen en hun kinderwagens, strikt gescheiden van de mannen.
‘Willen jullie een biertje?’, vraagt Carlos.
Anne en ik kijken elkaar twijfelachtig aan en overleggen of we dit wel moeten doen.
‘Het is echt iets traditioneels van Colombia’, zegt Carlos. ‘Unieke ervaring!’
Anne en ik nemen beide een biertje aan en gaan zitten. Met volle bewondering aanschouwen we hoe de mannen met uitzonderlijke precisie en liefde de poten van de hanen intapen. Met kaarsvet en schroefdraad wordt een mesje aan de achterkant van de poten bevestigd. De nekjes worden kaalgeplukt zodat er makkelijker bij de strot gepikt kan worden. En elke haan wordt stuk voor stuk gewogen en in klasse ingedeeld.
De eerste ronde gaat zo van start. We halen voor 1 pesos een kaartje en gaan naar de zaal waar het gevecht zal plaatsvinden.
In het midden van de zaal bevindt zich de ring, van zo’n 2 meter in doorsnee. Rondom is een tribune van twee rijen hoog. Boven de ring hangt een timer die op 10 minuten staat. Binnen die tijd moet het gegaan zijn met één van de twee hanen.
In de ring staan twee heren trots met hun hanen te pronken. Ze proberen het publiek op te jutten en ze ervan te overtuigen dat hún haan de sterkste is en dat er op hún moet worden gewed. In de tussentijd haalt de jury het geld op.
De bloedspetters van de vorige gevechten zitten nog op de wanden van de ring en Anne en ik houden ons hart vast voor wat er komen gaat.
De hanen komen nu voor het eerst met elkaar in oogcontact. Voordat ze worden losgelaten, worden ze nog even opgefokt door ze naar elkaar te laten pikken.
En ze zijn los.
Zodra de timer loopt schreeuwt het publiek als ware hun eigen leven er vanaf hangt en al gauw zit niemand meer.
Er is duidelijk één haan de sterkste. De ander probeert steeds weg te rennen maar word telkens teruggezet in het gevecht.
Af en toe word er door een van de heren ingegrepen als een mesje van de poot van een haan vast zit in de ander.
Na verloop van tijd zijn beide hanen blind en pikken radeloos om zich heen. Ze kunnen nog amper op hun poten staan.
Na 7 minuten valt de genadeklap. Toch nog een verrassende winnaar.
De verliezende haan ligt op zijn zij nog wat na te spartelen. Het bloed gutst uit zijn nek. De ander staat nog wild om zich heen te pikken met een haltslag van miljoen slagen per minuut, volledig buiten adem.
De hanen hebben hun originele kleur verloren.
Trots houdt de winnaar zijn kip omhoog. En het geld wordt gretig in ontvangst genomen.
Anne heeft inmiddels alle kleur in haar gezicht verloren en ik moet nog even verwerken wat ik hier nou net heb aanschouwt.
‘Ik kan dit hier echt niet meer aanzien!’, zegt Anne en ze loopt ze zaal uit.
Carlos is als volgende met zijn haan aan de beurt. Ik voorzie ook voor dit gevecht geen goed einde en geloof het wel. Ik hou het voor gezien en loop naar buiten.