Het is de eerste dag van een tweedaagse trekking dat Mamma Mimi ons leidt door Sapa, een gebied ten noorden van Vietnam, grenzend aan China. We zijn inmiddels het wandelpad afgegaan en gaan verder over het buffelpad door de rijstvelden. Mama Mimi plukt wat kruiden langs de weg die ze later die dag wil gebruiken voor het avondeten. Ik zal bij haar homestay overnachten.

Eerder die dag heeft ze me wat indigobladeren gegeven die worden gebruikt bij het verven van textiel. Ik moest ze in stukken scheuren en met wat water in mijn handen wrijven. Na tien minuten verscheen de kenmerkende blauwe kleur.

De vrouwen in Sapa staan erom bekend hun kleding zelf te maken, waarbij ze de stoffen zelf verven met natuurlijke materialen en versieren met kleurrijke stiksels en kralen met afbeeldingen uit het dagelijks leven. Van oudsher is deze traditie om zich te onderscheiden van de verschillende stammen in Sapa.

Een verlaten huis in Sapa

Ik kan met mijn complete wandeluitrusting van de Bever het maatje 34 van haar maagdelijk witte slippers maar moeilijk bijhouden. Maar ik wil me niet laten kennen. Zelfs niet als Mamma Mimi me er herhaaldelijk op wijst rustig aan te doen. Ik ben volgens Mama Mimi niet gewend bergen te beklimmen in het land waar ik vandaan kom. Mijn kuchje verraadt bovendien dat ik niet helemaal fit ben.

Om een uur of drie ’s middags komen we bij haar homestay aan na zo’n 5 uur te hebben gelopen. Ik gooi mijn rugzak in de hoek van mijn toegewezen kamer, doe mijn schoenen uit en ga op de veranda zitten met mijn welverdiende kop thee; eveneens met de vers geplukte kruiden van de wandeling.

Mama Mimi gaat overigens meteen verder met de orde van de dag; ze hangt de kleding op die haar man eerder die dag heeft gewassen en maakt vervolgens het avondeten klaar. Ze heeft de traditionele kledij ingewisseld voor een simpel huiskloffie bestaande uit een joggingbroek en een shirtje van de H&M. Het doet mij twijfelen of Mamma Mimi daadwerkelijk de eeuwenoude tradities van Sapa Sisters nastreeft, of enkel als figurant speelt in een historische film. Waarbij elk detail tot in de puntjes is uitgewerkt voor een perfecte filmset.

De kat jaagt de jonge biggen de stuipen op het lijf en stieren met groots kabaal vlak voor me langs over de veranda, in navolg van hun moeder. Op de achtergrond is het getimmer van de buurman hoorbaar, die oorbellen aan het maken is voor de verkoop aan toeristen. En de man van Mamma Mimi versiert van de bloembakken in de tuin door deze te voorzien van bloemstukken en kiezelstenen. De stukken zijn restanten van het Ket festival eerder die maand, de viering van het Chinese nieuwjaar.

Ik verbaas me over het gebrek aan alle nutteloze decoratie in het huis, dat je in zijn meest primitieve vorm nog net een huis kan noemen. Een betonnen vloer, wat bakstenen op elkaar gestapeld en een golfplaten dak, wat onderdak moet bieden aan een gezin met drie kinderen. De vierde en oudste dochter heeft het huis inmiddels verlaten en leeft met haar eigen gezin even verderop.

En toch heeft het huis alles wat ze nodig hebben. De wc is aangesloten op het riool en kan zelfs doorgetrokken worden. En de douche heeft warm water, al is dat voor maar een paar seconden. Slechts een kalender met de nieuwste collectie scooters siert de muren en een simpel wissellijstje met een foto van Mamma Mimi met een Duitse toerist die er eerder dat jaar verbleef.

‘Het ziekenhuis is voor luie mensen. (…) Ik raadpleeg liever mijn medezusters en ga de bossen in voor genezende planten en kruiden’.

Het is niet veel wat Mama Mimi en haar gezin hebben. Maar toch kunnen ze de hele dag bezig zijn in en rondom het huis. Niemand uit het gezin heeft ooit het dorp verlaten en is zelfs nog ooit naar de stad geweest. Alles wat ze nodig hebben bevindt zich in het dorp en het meeste eten komt uit eigen tuin. Ambitie meer van de wereld te zien is er niet.

Mamma Mimi die wat kruiden plukt voor het avondeten

Mamma Mimi kan niet lezen of schrijven. Ze vindt het ook niet nodig. Alle wijsheden worden al eeuwenlang van moeder op dochter overgegeven. De komst van het ziekenhuis in het dorp vindt ze maar niks. ‘Het ziekenhuis is voor luie mensen’, zegt Mamma Mimi. ‘Ik raadpleeg liever mijn medezusters en ga de bossen in als ik ziek ben voor genezende planten en kruiden’.

Een uur later is het eten klaar. In de woonkamer staan de springrolls, rijst en morning glory op een uitklapbaar tafeltje uitgestald, omringd met kleine plastic stoeltjes waarvan je zou zeggen dat ze voor kinderen zijn bedoeld. Haar man en twee kinderen eten hun bord zo snel leeg dat het lijkt alsof ze meedoen aan een eetwedstrijd, met tafelmanieren die mijn moeder mij ooit verboden heeft. De kinderen verlaten als eerste de eettafel zodat ze voor het slapen nog computerspelletjes kunnen spelen in bed. Manlief verlaat even later de tafel om met vrienden verderop in het dorp wat te gaan drinken.

Als alleen ik nog aan tafel zit, kijken Mamma Mimi en Sapa Sister Mamma Sa, die ook voor het eten was uitgenodigd, gebiologeerd hoe ik mijn bord maar met moeite leeg krijg. De happy water, de huisgemaakte rijstwijn, vloeit rijkelijk en mijn shotglaasje blijft geen seconde leeg. Ik begin me echter steeds slechter te voelen. Het sporadische kuchje van eerder die dag is veranderd in een constante en diepe hoest, vergezeld met koorts en hoofdpijn. En mijn wens de tafel te verlaten en het bed in te duiken groeit met de minuut.

Kinderen onderweg naar huis vanuit school

Na wat gesmoes van de Sapa Sisters komt Mamma Mimi even later met een doos aanzetten. Ze haalt een cupping set tevoorschijn, bestaande uit verschillende maten siliconen cups en een vacuümpomp. De van origine Chinese uitvinding zou moeten helpen bij allerlei lichamelijke kwaaltjes waaronder hoesten en hoofdpijn.

‘Ik doe dit al jaren bij mijn man en kinderen als ze ziek zijn’, zegt Mamma Mimi. Nog voordat ik weet wat de bedoeling is, krijg ik een cup tegen mijn nek aan gedrukt. Mama Mimi oefent alleen zo veel druk uit met de pomp dat ik moeite krijg met ademhalen. Uit paniek trek ik de cup los om de druk van mijn nek af te halen. Ik geef de cup terug aan Mamma Mimi en bedank haar vriendelijk. Ik blijf liever leven met een hoestje dan dat ik voor altijd van mijn hoest af ben.

Maar Mamma Mimi laat het hier niet bij zitten en komt al snel met de volgende traditionele Chinese geneestruc aanzetten. Met herhaaldelijk trekken aan de huid rondom de nekstreek met een balsem van gemixte kruiden zou ze de pijn via de huid kunnen laten verdwijnen.

Met de vastberadenheid mij van mijn keelpijn af te helpen en mijn angst nee te zeggen laat ik me wijsmaken (mede door de geruststellende blik van Mamma Sa) dat het een goed idee is herhaaldelijk in zeven verticale bewegingen met duim en wijsvinger aan mijn nekvel te laten trekken.

Echter weet ik op het moment zelf nog niet dat deze handeling er een kralenketting van bloeduitstortingen achterlaat. De afdrukken zijn nog anderhalve week zichtbaar als bitterzoete herinnering. De keelpijn was overigens niet verdwenen.

 

Comments are closed.