Ik ben onderweg van Potosi naar Sucre en ik deel een taxi met een Boliviaanse man. De rit zou 2,5 uur moeten duren, maar na nog geen 20 minuten stoppen we. Er lijkt een file te zijn. De Boliviaanse man stapt uit en ik zie hem 10bs afrekenen met de taxichauffeur. De taxichauffeur loopt naar de achterbak en haalt mijn rugzak eruit en vraagt mij 30 bs voor wat de reis in totaal 40bs zou zijn. Ik sputter tegen omdat we slechts 20km waren opgeschoten en ik mijn medepassagier maar een tientje zag afrekenen. Ik werd in eerste instantie dus al genaaid, maar ik kom uiteindelijk weg met 20bs.
Met Google translate to the rescue vraag ik in mijn goedste Spaans wat er aan de hand is
De file blijkt te worden veroorzaakt door een blokkade op de weg. Na wat dichterbij te zijn gekomen zie ik grote blokken stenen op de weg liggen vergezeld door tientallen Boliviaanse mannen en vrouwen die al cocabladeren kauwend collectief zitten te zuurpruimen langs de weg, wedstrijdje te doen wie er het langst kan zitten niksen.
Met Google translate to the rescue vraag ik in mijn goedste Spaans wat er aan de hand is. Uit het binnensmondse gebrabbel versta ik enkel tarde, wat middag betekent. Ik ben gelukkig al heel wat wijzer geworden.
Het is 2km lopen naar de andere kant van de blokkade. Met geen enkele toerist te bekennen begin ik met 20kg op mijn rug te lopen. Gelukkig zijn er altijd mensen die van dit soort situaties gebruik maken. Eén taxichauffeur was zo lief me gratis naar de andere kant te brengen, waar een vriendje van hem me verder kon brengen naar Sucre.
Ik kom in een taxibusje terecht met Bolivianen vanuit de regio die onderling enkel Quechua spraken. Als vreemde eend in de bijt word ik toch geaccepteerd en iedereen is benieuwd waar ik vandaan kom.
Als we na een uur rijden langs een checkpoint komen en worden belaagd door vrouwen die snacks willen verkopen, krijg ik van mijn buurman een plastic zakje met mierzoete limonade, met onderin een verschrompelde pruim; een Boliviaanse delicatesse die ondanks zijn matige opmaak best lekker is. Even later biedt de buurman me een slaapplek aan in zijn huis in Sucre. Ik bedank hem maar sla zijn aanbod vriendelijk af.