Tijdens mijn verblijf op Lesbos draai ik een paar dagen mee met het PSS-team van Stichting Bootvluchteling in de School of Hope en het community centre. Gelukkig zijn er ook nog momenten van vreugde in Moria te vinden.
In de School of Hope komen kinderen van 6 tot 10 jaar op schooldagen bijeen. Het is een vertrouwde plek waar kinderen simpelweg kind kunnen zijn. Om 9.00 uur staan ze al in de rij, en hoewel sommigen te laat komen, sluiten ze net op tijd aan voor de ochtendgroet. De kinderen staan netjes opgesteld, klaar om naar binnen te gaan. De leraar begroet hen in het Engels, Nederlands, Grieks en Spaans, en laat ze de klasregels opzeggen. Sommigen brullen luid, terwijl anderen voorzichtig en verlegen meedoen.
Tijdens de les zie ik enthousiaste kinderen die bij elke vraag hun hand opsteken. Maar er wordt ook lekker geklierd; tekenen op tafels, niet luisteren naar de leraar en met propjes gooien.
In de pauze spelen de kinderen voetbal, touwtje springen en tikkertje. Een paar jongens spelen kaart op een tafel van drie opgestapelde autobanden met een houten blad erop. Met nonchalant vertoon kibbelen ze als macho’s in spé. Ondertussen wordt een wat voller jongetje gepest door het populairste meisje van de klas en huilt in een hoek. Maar ongeacht de dag verloopt, verlaten alle kinderen de klas met een glimlach.
In het community centre is de bibliotheek op doordeweekse dagen geopend, waar men spelletjes kan spelen onder het genot van thee en koekjes. Een vast groepje vluchtelingen komt hier om te schaken, ganzenbord te spelen of kaarten. Wie zijn verhaal wil delen, kan dat doen; wie dat niet wil, doet dat niet.
Rummikub is de absolute favoriet. Er wordt urenlang gespeeld met verschillende spelregels, stenen worden verwisseld en jokers creatief ingezet. Er wordt gekibbeld, gelachen of van een afstandje toegekeken.
Na een paar potjes Rummikub wijst een jongen me erop dat er in het gezelschap maar liefst zes verschillende etniciteiten zijn, die allemaal een andere taal spreken. Farsi, Arabisch, Turks, Pashtoe, Urdu en Dari. En ondanks de taalbarrières spreekt iedereen de universele taal van Rummikub, en even vergeet men waarom we hier in Moria zijn. Al is het maar voor even…